Monitoring
Monitoring
Na de oprichting in 1974 is de ontwikkeling van AM gemonitord in het zetmeelaardappeltelend gebied. Nadat de verplichting om hieraan deel te nemen vervallen is, vindt onderzoek plaats (vanaf het jaar 2000) bij circa 180 percelen in het zetmeelaardappeltelend gebied op vrijwillige basis. Middels een statistisch verantwoorde steekproef geeft dit een betrouwbaar beeld.
Het doel van dit onderzoek is om trends te monitoren van schadelijke aaltjessoorten zoals aardappelcysten aaltjes, vrijlevende aaltjes en wortelknobbelaaltjes. Met deze data kunnen trends vroegtijdig worden gesignaleerd. Deze jarenlange verzamelde data kunnen ook worden gebruikt voor onderzoek naar ontwikkeling van populaties.
Naar aanleiding van trends uit de monitoring is er aanleiding tot onderzoek. Wat is de oorzaak van de ontwikkeling? Wat kunnen we ertegen doen, teeltmaatregelen, resistenties of regelgeving? TBM denkt en financiert vaak mee samen met de zetmeelaardappelsector (BO akkerbouw), kwekers en overheid. Zo kan de stichting bijvoorbeeld geanonimiseerde waardevolle data uit de monitoring beschikbaar stellen aan de wetenschap om onderzoek te doen naar virulentie ontwikkeling van AM in het gebied. Projecten zoals Pallifit en Rostovit zijn hier voorbeelden van.