De aardappelteelt in Nederland staat sterk onder druk door de ernstige Phytophthora-uitbraken in 2023 en 2024. Onderzoek en praktijkdemonstraties lieten zien dat de oömyceet Phytophthora infestans in deze jaren nieuwe resistenties en virulenties ontwikkelde. Dit zet het beperkte pakket aan gewasbeschermingsmiddelen en genetische resistenties op het spel en daarmee de toekomst van de aardappelteelt.

 

Teeltmaatregelen

Teeltmaatregelen staan uiteengezet in de geactualiseerde flyer voor een geïntegreerde beheersing van Phytophthora. De flyer geeft de levenscyclus van de aardappelziekte weer en benoemt belangrijke maatregelen.

 

Kortere hersteltermijn

Op verzoek van de aardappelsector, waaronder Stichting TBM, heeft het ministerie van LVVN strengere voorschriften afgekondigd gericht op het tegengaan van het ontstaan en ontwikkelen van nieuwe Phytophthora-haarden.
– Bij aardappelafvalhopen geldt de afdekplicht vanaf 1 april, ongeacht zichtbaarheid van aardappelstengels of -bladeren.
– Voor aardappelopslag is de norm nu maximaal één plant per vierkante meter en geldt voortaan dat er uiterlijk 15 juni aan moet worden voldaan.
– De NAK zal ook dit teeltseizoen intensief controleren. Bij gebleken nalatigheid krijgt de teler de kans op herstel. De termijn hiervoor is ingekort van drie dagen naar één dag.

 

Combineren en afwisselen
Voor bespuitingen blijft het devies om de gewasbeschermingsmiddelen te combineren en af te wisselen. Deze nieuwe strategie is vorig jaar ingevoerd en droeg in belangrijke mate bij aan de uiteindelijk effectieve Phytophthora-beheersing. Om telers handvatten te geven voor het toetsen van de juiste keuzes in de bespuitingen, actualiseerde de taskforce met experts het kleurenschema.

 

Rassen met verbeterde resistentie
De taskforce publiceerde vandaag ook een rassenschema, (met onder andere zetmeelaardappelrassen) dat bijdraagt aan sterker resistentiemanagement in de teelt van rassen met verbeterde resistentie tegen Phytophthora. Deze rassen zijn namelijk niet immuun; de resistentie kan worden doorbroken door specifieke Phytophthora-varianten die bij Phytophthora-haarden kunnen ontstaan. Bij een aantasting in het gewas van een ras met verbeterde resistentie, geeft het schema weer bij welke andere rassen in dezelfde ‘resistentiegroep’ een verhoogd risico op resistentiedoorbraak is. Zo’n doorbraak is zeer ongewenst, omdat dit resistentiegenen verloren kan laten gaan.